Voeding

Gezondheid van het paard begint bij de voeding!

Voeren doe je op gevoel en met verstand om de juiste balans te vinden. Per paard kan het erg verschillen welk voer geschikt is en in welke hoeveelheid je moet voeren. Dit is sterk afhankelijk van de prestatie’s van het paard, de leeftijd en het type paard.

Allergie door voedsel.

Het mag zo langzamerhand voor een ieder duidelijk zijn dat de kwaliteit van het hooi of kuilgras goed moet zijn. Het kuilgras moet schimmelvrij en niet te vochtig zijn. Aan de buitenkant kan je niet altijd alles zien, zoals bijvoorbeeld bacteriegroei als de boterzuurbacterie, bestrijdingsmiddelen en/of metalen. Dit kan weer een oorzaak zijn van allergische reakties. Er kunnen klachten als benauwdheid, hoesten, jeuk, schimmelinfekties en/of mok ontstaan.

Te dik of te dun?

Als een paard mager blijft ondanks voldoende voeding is er wat anders aan de hand, waardoor het voedsel niet goed opgenomen wordt. Dit kan duiden op een maag/darm infektie of gebitsproblemen, soms kan het extra voeren meer problemen geven dan een oplossing. Er zijn echter paarden die dik blijven met heel weinig voer. Ook hier is waarschijnlijk meer aan de hand. In zo’n geval is het aan te raden om een voedingssupplement te geven of om voer met een hoog vitamine- en mineralengehalte te voeren, zodat het paard niets te kort komt aan bouwstoffen. Wat we niet aan de buitenkant van het paard zien is de botkwaliteit, sterkte van zenuw- en spierstelsel etc. Daarom is het noodzaak dat deze paarden voldoende voedingsstoffen krijgen, steeds in een kleine hoeveelheid gevoerd.

De basis is een goede brok, granenmix of muesli met een goede kwaliteit hooi, verspreid over de dag voeren.